De kracht
1) Benodigdheden en aandachtspunten
1. Zorg dat je gemakkelijke kleren aan hebt. Een joggingbroek is ideaal.
2. Zoek een plek waar je in alle rust kan bewegen en genoeg ruimte hebt: je kamer, het grasveldje bij jou in de buurt, de kamer van je ouders als dat mag, de tuin...
3. Als je in een kamer gaat bewegen, zorg dan dat je in de mate van het mogelijke meubels aan de kant zet. Zo heb je zeker genoeg ruimte om te bewegen.
2) Opwarming
A) Dansende dieren. Op onderstaande muziek beweeg je jezelf door de ruimte als de volgende dieren.
- Een lenige kat
- Een stijve poedel
- Een slijmerige slak
- Een luie luiaard
- Een harkerige wandelende tak
B) Nu ga je alles rekken en strekken. Luister naar je lichaam, zorg dat je zeker niet overstrekt.
C) Gooi alles los, terwijl je danst op de onderstaande muziek. Luister goed naar de muziek, laat je meeslepen en beïnvloeden.
3) Spanning
Spanning gaat over gespannen en ontspannen bewegen. Over bewegen als een 'houten pop' (met opgespannen benen, armen en spieren) of net als een 'slappe pop'. Je kan de spanning langzaam opbouwen of laten afnemen.
Lees de instructie, speel de muziek af en voer uit.
A) Eerst ben je een lappenpop die zijn gewicht van het ene been naar het andere doorgeeft en zo waggelt doorheen de ruimte. Je lichaam is bijna helemaal ontspanning. Doe dit zolang de muziek duurt.
B) Nu ben je een opwindpop, die rondhuppelt zodra het vertrekt. Doe dit zolang de muziek duurt.
C) Nu ben je een robot, die als een hark door de ruimte stapt. Doe dit zolang de muziek duurt.
Voel je het verschil?
D) Start als een slappe pop, beweeg slap doorheen de ruimte. Dan bouw je langzaam aan de spanning op tot je een stijve pop bent.
E) Nu start je als stijve pop, beweeg houterig en gespannen door de ruimte. Bouw langzaam af naar een ontspannen houding.
E) Speel nu met zelf met de spanning. Begin gespannen of ontspannen, bouw de spanning op en daarna weer af. Experimenteer.
4) Gewicht
Gewicht gaat samen met evenwicht. Verschillende bewegingen vragen om verschillende gewichtsverdelingen. Je hebt zware en lichte bewegingen. Hierbij speelt de zwaartekracht een belangrijke rol. Als je zoals een olifant door de ruimte stapt, gebruik je zware bewegingen en heeft bij elke beweging de zwaartekracht veek invloed op jou. Als je daarentegen als een insect, dat op het wateropperlvak loopt, door de ruimte beweegt gebruik je lichte bewegingen en heeft de zwaartekracht minder invloed op jou.
Lees de instructie, zet de muziek op en voer uit.
A) Stap op verschillende manieren van de ene kant van de ruimte naar de andere kant.
- Zoek 5 lichte bewegingen. Je doet dus 5 lengtes op 5 verschillende lichte manieren.
- Zoek 5 zware bewegingen. Je doet dus 5 lengtes op 5 verschillende zware manieren.
B) Beweeg nu eerst alsof je zo licht als een veertje bent. Maar doordat je meer en meer eet, wordt je zwaarder. Bouw het gewicht van je bewegingen dus op.
Vervolgens begin je als een zware reus. Die, doordat hij kleiner en kleiner wordt, steeds lichter gaan bewegen. Bouw het gewicht van je bewegingen dus af.
B) Stap van de ene kant van de ruimte naar de andere door afwisselend licht en zwaar te bewegen.
C) Expirimenteer en improviseer met je gewicht. Laat je fantasie de vrije loop.
5) Energie
Het energiegebruik kan sterk zijn, zwak of ergens tussenin. De overgang tussen een sterke en zwakke beweging kan plotseling of geleidelijk gebeuren.
A) Maak een eenvoudige bewegingszin. Vervolgens doe je de zin met weinig energie (je bent loom, je bent uitgeput). Dan doe je de zin met een beetje energie. Ten slotte doe je de zin erg krachtig, met heel veel energie. Je mag zelf kiezen op welke muziek je dat doet, maar je doet dit minstens 1 minuut.
Vind je het moeilijk om een zin te verzinnen? Gebruik deze beweginszin: bv: Sluipen, opstaan, je groot maken en rechtdoor huppelen.
B) Dansen in 2050 op het volume van de muziek.
Door de invloed van Corona, heeft de mens zich aangepast. In het jaar 2050 zijn we allemaal half robot half mens. We hebben allemaal een batterei die voor onze energie zorgt.
De batterij is echter aan het aftakelen en gaat stilletjes aan plat. De muziek staat gelijk aan jouw batterij. Wanneer de muziek stiller wordt, raakt de batterij steeds platter en platter. Je kan dan niet meer even energiek bewegen, je bewegingen worden trager en minder groot. Dit gaat zo door en wordt alleen maar erger en erger! Totdat de muziek uitvalt en jij dus ook neervalt. Luister dus goed naar de muziek!
C) Ook nu luister je weer naar de muziek. Deze keer begin je echter met een lege batterij. Jouw batterij wordt naarmate de muziek vordert voller en voller.
D) Doe je bewegingszin uit oefening A) en speel met het energieniveau alsof er iemand met de schakelaar zit te spelen.
- weinig energie
- plots heel veel energie,
- dan weer geleidlijk of plots naar weinig.
Je doet dit minstens 2 minuten.
6) Spanning, gewicht en energie
Oefening alle 3 de aspecten:
A) Zo meteen ga je een opkomende storm nabootsen. Speel met je spanning, je gewicht en je energie.
Bijvoorbeeld:
- De wind is maar een briesje, je beweegt heel ontspannen, met een licht gewicht en een gecontroleerd energiepeil en dus gecontroleerde bewegingen.
- De wind wordt iets wilder, je spanning stijgt, je gaat iets zwaarder bewegen, je bewegingen worden iets minder gecontroleerd.
Zet de muziek op en speel.
7) Afsluiter: the challenge
Dansers hebben een uitstkende conditie en goed onderhoude spieren. Om eens te kijken hoe het met jouw fysiek zit daag ik jou uit voor de CHA CHA SLIDE challenge. Hoe lang hou jij het vol? (Ik heb het 1 minuut en 30 seconden volgehouden, kan jij langer?)
8) Zelfreflectie
- Bekijk de evaluatiecriteria voor het element kracht en beantwoord de vragen.
- Kan ik 1 aspect van kracht toepassen op mijn bewegingen? Zo ja welk aspect?
- Kan ik 2 aspecten van kracht toepassen op mijn bewegingen? Zo ja welke aspecten?
- Kan ik 3 aspecten van kracht toepassen op mijn bewegingen? Zo ja welke aspecten?

2. Vul de vragen in het formulier in. Daarna ben je klaar met les 4. Proficiat!
