De tijd

1) Benodigdheden en aandachtspunten

1. Zorg dat je gemakkelijke kleren aan hebt. Een joggingbroek is ideaal.

2. Zoek een plek waar je in alle rust kan bewegen en genoeg ruimte hebt: je kamer, het grasveldje bij jou in de buurt, de kamer van je ouders als dat mag, de tuin...

3. Als je in een kamer gaat bewegen, zorg dan dat je in de mate van het mogelijke meubels aan de kant zet. Zo heb je zeker genoeg ruimte om te bewegen.

4. Voor deze les heb je voor de opwarming een stoel nodig.

2) Opwarming

Ga op een stoel zitten en zorg dat je genoeg ruimte rondom jou hebt om te bewegen. Je doet de bewegingen op de stoel zoals er in het filmpje gedaan wordt. Deze opwarming is een knipoog naar de vorige les over ruimte. Je warmt jezelf op met een ruimtebeperking door de stoel.

Als je de oefeningen in het fragment hebt doorlopen, zet je jouw favoriete lied op en ga je helemaal los. Dans je warm, maar blijf op je stoel zitten! Dit doe je minstens 2 minuten.

3) Duur

De ene beweging is kort en plots, de andere bewegin is lang en aangehouden. Om dat te ervaren doe je de volgende oefening.

Lees de instructies en voer uit.

A) Maak een korte beweging van 1 tel, vanuit het idee groeien en krimpen, rekken en verschrompelen. Hieronder zie je een voorbeeld

B) Maak daarna een beweging die 2 tellen duurt.

C) Daarna maak je een beweging van 4 tellen

D) Ten slotte, maak je een beweging die 8 tellen duurt.

E) Nu heb je een beweging die 1 tel duurt, noem hem 1. De beweging die 2 tellen duurt, noem je 2. De beweging van 4 tellen noem je 4 en de beweging van 8 tellen noem je 8. Deze zet je vervolgens achter elkaar volgens deze volgorde. (De cijfers staan voor de bewegingen.)

Gemakkelijkere volgorde: Basis volgorde: Uitdagende volgorde:

1 - 2 - 4 - 8 1 - 2 - 4 - 1 - 8 1 - 4 - 2 - 8 - 1 - 4 - 2 - 8

Nu heb je een beweginszin gemaakt.

F) Je mag als extra oefening ook zelf een volgorde verzinnen.

4) Tempo

Een beweging kan snel of langzaam worden uitgevoerd, of in een tempo dat ertussenin ligt. Er kan worden vertraagd of versneld.

A) Bekijk de trailer 'Horses' van Kabinet K. De trage bewegingen zorgen voor een kwetsbare sfeer. Af en toe ligt het tempo hoger. Dan wordt de sfeer gekker en speelser.

Bij welke momenten zag je een duidelijk verschil in tempo?

B) Neem je bewegingszin van de oefening 'Duur'. Speel nu met het tempo door de volgende opdrachten uit te voeren

Doe heel je bewegingszin heel snel!
Doe je bewegingszin heel traag.
Begin je bewegingszin heel traag en versnel gaandeweg.
Begin je bewegingszin heel snel en vertraag gaandeweg.
Uitdagende oefening: doe je bewegingszin afwisselend snel en traag.
Speel vrij met het tempo.

C) Beeld je in dat jouw beste vriend of vriendin opgesloten zit. Om hem of haar te bevrijden ga je de gevangenis inbreken. Opgepast er zijn veel bewakers en camera's en ook laisers. Om de lasers te ontwijken zal je een soort zelfgemaakte reeks van bewegingen moeten uitvoeren. Maar hoe dichterbij de bewakers zijn hoe trager je beweegt. Kijken de bewakers even de andere kant op, dan versnellen jouw bewegingen. Soms stop je volledig met bewegen. Je stopt middenin je beweging zoals bij de oefening bij les 2: ruimte over afstand. Laat je fantasie de vrije loop.

Je kan deze muziek gebruiken.

5) Maat en ritme

Muziek heeft een ritme. Wanneer je beweegt en danst kan je daarin meegaan, je laten begeleiden of er juist tegenin gaan.

A) Zet een van de onderstaande liedjes op en stap rond. Voel het ritme van de muziek. Probeer in het ritme van de muziek te stappen. Dit doe je minstens 1 minuut.

Gemakkelijk

Basis

Uitdagend

B) Stap op het ritme van de muziek. Na een tijdje probeer je tegen de telling van de muziek in te stappen. Je doet bewegingen die tegen de muziek ingaan. Dit doe je minstens 1 minuut.

Gemakkelijk

Basis

Uitdagend

C) Stap rond op het ritme van de muziek maar let op de tellen. Stap telkens acht tellen in dezelfde richting. Na 8 tellen in dezelfde richting te hebben gestapt wissel je op de eerste tel van de volgende acht van richting. Dit herhaal je een aantal keer. Dit doe je minstens 1 minuut.

D) Elke eerste tel verander je van richting. Na een tijdje probeer je tegen de cadans, de telling van de muziek in te stappen, je doet bewegingen die tegen de muziek ingaan. Nadien volg je opnieuw de muziek zoals aan het begin van de oefening. Dit doe je minstens 1 minuut.

6) Volgorde

Volgorde gaat over het maken van bewegingszinnen met een begin, verloop en einde. Je kan een bewegingscompositie of ordening ontwerpen door verschillende bewegingszinnen na elkaar te zetten, te herhalen, te veranderen, te versnellen,...

A) Maak een bewegingszin van acht tellen vanuit een alledaagse handeling: Een broek aantrekken, een pannenkoek bakken, je tanden poetsen,... Denk maar eens na over welke bewegingen je allemaal op een dag doet. Denk aan de volgorde van de bewegingen. Je bewegingen mag je ook anders vormgeven door de beweging te vergroten/verkleinen, versnellen, vertragen. Alles wat je tot hiertoe geleerd hebt over bewegingen kan je hier toepassen. Als je jouw alledaagse beweging vormgeeft, kan het zijn dat je de oorspronkelijk alledaagse beweging niet meer herkent. Daarmee bedoel ik dat je dat je de beweging van het tandenpoetsen gebruikt en bijvoorbeeld vergroot, waardoor je niet meer ziet dat het over tandenpoetsen gaat.

⚠️ Vind je het moeilijk om veel nieuwe bewegingen te verzinnen? Gebruik dan bewegingen of bewegingszinnen die je eerder al gebruikt hebt en geef deze op een andere manier vorm en plak ze aan elkaar.

Je kan altijd eerst proberen nieuwe bewegingen te zoeken. De zoektocht is de helft van het plezier. 😉

Je kan deze muziek gebruiken. Dat mag, maar moet niet.

7) Afsluiter: the challenge

In deze challenge daag ik je uit voor "Blinding Lights" van The Weekend. Je kan deze dans alleen doen, maar het is leuker als je jouw familie zo ver krijgt om mee te doen. Voor deze challenge moet je goed naar het ritme van de muziek luisteren.

1) Zet het nummer 'Blinding lights' van The Weekend op.

2) De eerste 10 seconden doe je niets en ben je uit beeld. Het moment dat je de beat hoort (te te terere te te) kom je met je armen naast je lichaam opgelopen. Je hebt 2 x 8 tellen de tijd om te klaar te staan.

3) Op de eerstvolgende tel doe je de dab terwijl je met je rechter been over je linker been tikt. Je blijft deze beenbeweging maken. Dit duurt 8 tellen.

4) Op de eerst tel van de volgende 8 tellen doe je je armen in de lucht als een regenboog. Dit doe je nog eens op de 5de tel. Ondertussen blijf je de beenbeweging aanhouden.

5) De volgende 8 tellen stap je met je voet ter plaatse en doe je met je armen de zwembeweging 2 keer kort achter elkaar.

6) De volgende 8 tellen loop je ter plaatse terwijl je je handen voor je gezicht houdt.

7) Proficiat!

8) Zelfreflectie

Bekijk de evaluatiecriteria voor het element tijd en beantwoord de vragen.

Kan ik 1 aspect van tijd toepassen op mijn bewegingen? Zo ja welk aspect?
Kan ik 2 aspecten van tijd toepassen op mijn bewegingen? Zo ja welke aspecten?
Kan ik 3 aspecten van tijd toepassen op mijn bewegingen? Zo ja welke aspecten?
Kan ik 4 of 5 aspecten van tijd toepassen op mijn bewegingen? Zo ja welke aspecten?

2. Vul de vragen in het formulier in. Daarna ben je klaar met les 3. Proficiat!