Generale repetitie
1) Benodigdheden en aandachtspunten
1. Zorg dat je gemakkelijke kleren aan hebt. Een joggingbroek is ideaal.
2. Zoek een plek waar je in alle rust kan bewegen en genoeg ruimte hebt: je kamer, het grasveldje bij jou in de buurt, de kamer van je ouders als dat mag, de tuin...
3. Als je in een kamer gaat bewegen, zorg dan dat je in de mate van het mogelijke meubels aan de kant zet. Zo heb je zeker genoeg ruimte om te bewegen.
4. Voor deze les heb je pen en papier nodig.
2) Inleiding
Je kan de verschillende opdrachten per basiselement aan elkaar koppelen zodat je op het einde een afgewerkte bewegingscompositie krijgt.
De eindopdracht bestaat eruit dat je zelfstandig een bewegingscompositie samenstelt rekeninghoudend met de elementen lichaam, ruimte, tijd en kracht.
In deze les laat ik je zien hoe je aan de hand van een thema een beweginscompositie maakt.
Maar eerst muziek en opwarmen!
3) Muziek kiezen
Voor de eindopdracht mag je kiezen uit de volgende liedjes. Tijdens deze les kan je er al mee experimenteren.
4) Opwarming
Voor dat je gaat bewegen, en sporten in het algemeen eigenlijk, warm je jezelf eerst op. Dit zorgt ervoor dat je zowel je lichaam als je gedachten klaar zijn.
Zowel voor deze les als voor de eindopdracht mag je kiezen hoe je opwarmt. Je hebt keuze uit de opwarmingen van lessn 1 tot 4. Zorg dat je minstens 10 min opwarmt. Zet ondertussen de muziek al op. Op deze manier leer je de muziek al eens kennen.
5) Bewegingen zoeken, vormgeven en samenvoegen.
Zo maar uit je hoofd bewegingen verzinnen is niet altijd makkelijk. Daarom is het handig om jezelf oefeningen te geven.
Hieronder geef ik een voorbeeld. Verder in de les geef ik een paar thema's en onderwerpen waar je tijdens deze mee aan de slag gaat.
Voorbeeld: 'Ik ga improviseren over voetbal.' Beeld je in dat je die sport aan het spelen bent, hoe zou je bewegen? Wat zou je voelen? Improviseer rond jou voetbal op de muziek. Laat je meevoeren op de sfeer, het ritme, de tonen van de muziek en geef je fantasie de vrije loop. Alles kan. Waaraan denk je? Welke beelden komen in je op? Maak daar passende bewegingen bij.
Schrijf nu alles wat er in je opkwam op in een woordveld zoals hieronder.

Nu ga je de muziek voor de derde keer opzetten. Kies een starthouding en leef je in in de sfeer. Kom in beweging en dans uit wat de muziek bij je oproept. Je kan je laten inspireren door de woorden in jouw woordveld en de bewegingen die jij associeert met voetbal.
Herhaal geslaagde bewegingen en werk er variaties op uit. Zo kan je:
- bewegingen herhalen:
- Bewegingen verkleinen, vergroten
- Bewegingen op de grond herhalen ipv rechtstaand
- Twee bewegingen samenvoegen en herhalen op 1 plek.
Denk bij jezelf na over de bewegingen. Welke stukjes lukken goed en oefen ze dan in. Je improviseert verder tot je een voetbaldans hebt.
Dan denk je verder na over de volgorde van je bewegingen, de start, het verloop, en het slot van je dans.
Je kan:
- ritmische patronen herhalen
- stoppen en stilstaan
- plots versnellen
- doen alsof je terug opnieuw begint.
Hier is een kort voorbeeld over een bewegingszin gebaseerd op voetbal. Herken jij de bewegingen?
Deze manier van werken herhaal je met een aantal onderwerpen of thema's voor de eindopdracht.
Tijdens deze les doe je deze oefening nog met de volgende onderwerpen. Aan elk onderwerp werk je ongeveer 10 minuten.
1) De 4 seizoenen.
- Beeld je in dat het regent, hoe zou je bewegen? Wat zou je voelen? Welke soorten regen zijn er? Wat met de wind, is er veel wind of weinig wind? Zijn er tornado's? Misschien is er zelfs een overstroming! Zie ik de zon opkomen? Wauw wat is het hier warm. Laat je meevoeren op de sfeer, het ritme, de tonen van de muziek en geef je fantasie de vrije loop. Alles kan. Waaraan denk je? Welke beelden komen in je op? Maak daar passende bewegingen bij.
- Schrijf nu alles wat er in je opkwam op in een woordveld zoals in het voorbeeld over voetbal.

- Nu ga je de muziek opnieuw opzetten. Kies een starthouding en leef je in in de sfeer. Kom in beweging en dans uit wat de muziek bij je oproept. Je kan je laten inspireren door de woorden in jouw woordveld en de bewegingen die jij associeert met het regenseizoen.
- Herhaal geslaagde bewegingen en werk er variaties op uit.
- Denk bij jezelf na over de bewegingen. Welke stukjes lukken goed en oefen ze dan in. Je improviseert verder tot je een voetbaldans hebt.
- Dan denk je verder na over de volgorde van je bewegingen, de start, het verloop, en het slot van je dans.
2) De jungle
- Je bent op ontdekkingsreis in het Amazonewoud. Welke planten zie, wat voor weer is het? Warm en vochtig? Welke dieren liggen er op de loer? Hoe zouden die dieren bewegen? Moet je jezelf verdedigen tegen een slang?
- Laat je meevoeren op de sfeer, het ritme, de tonen van de muziek en geef je fantasie de vrije loop. Alles kan. Waaraan denk je? Welke beelden komen in je op? Maak daar passende bewegingen bij.
- Schrijf nu alles wat er in je opkwam op in een woordveld

- Nu ga je de muziek opnieuw opzetten. Kies een starthouding en leef je in in de sfeer. Kom in beweging en dans uit wat de muziek bij je oproept. Je kan je laten inspireren door de woorden in jouw woordveld en de bewegingen die jij associeert met het regenseizoen.
- Herhaal geslaagde bewegingen en werk er variaties op uit.
- Denk bij jezelf na over de bewegingen. Welke stukjes lukken goed en oefen ze dan in. Je improviseert verder tot je een voetbaldans hebt.
- Dan denk je verder na over de volgorde van je bewegingen, de start, het verloop, en het slot van je dans.
3) De toekomst
- Beeld je in deat je binnen honderd jaar leeft. Hoe zou de wereld er dan uitzien? Wat zou er anders zijn dan nu? Laat je meevoeren op de sfeer, het ritme, de tonen van de muziek en geef je fantasie de vrije loop. Alles kan. Waaraan denk je? Welke beelden komen in je op? Maak daar passende bewegingen bij.
- Schrijf nu alles wat er in je opkwam op in een woordveld.

- Nu ga je de muziek opnieuw opzetten. Kies een starthouding en leef je in in de sfeer. Kom in beweging en dans uit wat de muziek bij je oproept. Je kan je laten inspireren door de woorden in jouw woordveld en de bewegingen die jij associeert met het regenseizoen.
- Herhaal geslaagde bewegingen en werk er variaties op uit.
- Denk bij jezelf na over de bewegingen. Welke stukjes lukken goed en oefen ze dan in. Je improviseert verder tot je een voetbaldans hebt.
- Dan denk je verder na over de volgorde van je bewegingen, de start, het verloop, en het slot van je dans.
4) Mode
Modeshows, modellen en poseren. Ben je ooit al naar een modeshow geweest? Misschien heb je zelf al over een catwalk gewandeld. Op welke manieren kan je allemaal poseren? Sta jij graag op de foto? Of verstop je jezelf liever?
- Laat je meevoeren op de sfeer, het ritme, de tonen van de muziek en geef je fantasie de vrije loop. Alles kan. Waaraan denk je? Welke beelden komen in je op? Maak daar passende bewegingen bij.
- Schrijf nu alles wat er in je opkwam op in een woordveld.

- Nu ga je de muziek opnieuw opzetten. Kies een starthouding en leef je in in de sfeer. Kom in beweging en dans uit wat de muziek bij je oproept. Je kan je laten inspireren door de woorden in jouw woordveld en de bewegingen die jij associeert met het regenseizoen.
- Herhaal geslaagde bewegingen en werk er variaties op uit.
- Denk bij jezelf na over de bewegingen. Welke stukjes lukken goed en oefen ze dan in. Je improviseert verder tot je een voetbaldans hebt.
- Dan denk je verder na over de volgorde van je bewegingen, de start, het verloop, en het slot van je dans.
Voor de eindopdracht is het belangrijk dat je je bewegingscompositie minstens 4 minuten duurt. Tijdens deze les heb je gewerkt rond 4 thema's. Je kan zelf kiezen rond hoeveel thema's je werkt. Als je genoeg inspiratie uit 1 thema kunt halen is dat prima. Heb je er 2 of meer nodig, dan is dat ook prima.
Als je het gevoel hebt dat je tevreden bent met je dans neem je jezelf op. Daarna kan je jezelf de volgende vragen stellen:
- Ben je tevreden over het dansstukje?
- Hoe heb je het opgebouwd?
- Hoe heb je de dansbewegingen gekozen en vastgelegd?
- Wat vind je geslaagd en wat vind je minder goed? Leg uit.
6) Zelfreflectie
Vul de vragen in het formulier in. Daarna ben je klaar met les 5. Proficiat!
